benoembare

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  benoembare    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·noem·ba·re

Bijvoeglijk naamwoord

benoembare

1. verbogen vorm van de stellende trap van benoembaar

Gangbaarheid

• Het woord benoembare staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.