• bel·ter
Naar frequentie 26532

belter

  1. verleden tijd van belesse
  2. voltooid deelwoord van belesse
Betekenis: Belt

belter, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van belt
Betekenis: gordel, riem

belter, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van belt