• be·kok·stoof·de
vervoeging van
bekokstoven

bekokstoofde

  1. enkelvoud verleden tijd van bekokstoven
    • Ik bekokstoofde. 
    • Jij bekokstoofde. 
    • Hij, zij, het bekokstoofde. 
  2. verbogen vorm van bekokstoofd, voltooid deelwoord van bekokstoven