bekokstoofde
- be·kok·stoof·de
vervoeging van |
---|
bekokstoven |
bekokstoofde
- enkelvoud verleden tijd van bekokstoven
- Ik bekokstoofde.
- Jij bekokstoofde.
- Hij, zij, het bekokstoofde.
- Ik bekokstoofde.
- verbogen vorm van bekokstoofd, voltooid deelwoord van bekokstoven
- Het woord bekokstoofde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.