Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kend·maak·ten

Werkwoord

vervoeging van
bekendmaken

bekendmaakten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bekendmaken
    • ...dat wij bekendmaakten. 
    • ...dat jullie bekendmaakten. 
    • ...dat zij bekendmaakten.