Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • barnt

Werkwoord

vervoeging van
barnen

barnt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barnen
    • Jij barnt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barnen
    • Hij barnt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van barnen
    • Barnt!