• bak·trop·per

baktropper, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van baktropp


  • bak·trop·per

baktropper, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van baktropp

baktropper mv

  1. (bijvorm) onbepaalde vorm nominatief meervoud van baktropp