assorteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·sor·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
assorteren |
assorteerden
- meervoud verleden tijd van assorteren
- Wij assorteerden.
- Jullie assorteerden.
- Zij assorteerden.
- Wij assorteerden.
vervoeging van |
---|
assorteren |
assorteerden