• ape·ne
Naar frequentie 9944

apene, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van ape


  • ape·ne

apene,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van ape


vervoeging van
apenar

apene

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van apenar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van apenar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van apenar