vervoeging van
alterner

alternes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van alterner
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van alterner


vervoeging van
alternar

alternes

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alternar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alternar