• al·ler·wijs·te

allerwijste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van allerwijst
     Van de zes wijze mannen die het higgs voor ons hebben doorgrond, was hij naar mijn mening de allerwijste.[1]


  1. Antonio Padilla
    “Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026353512