Welsh

enkelvoud meervoud
 afanen   afan 

Zelfstandig naamwoord

afanen v

  1. framboos


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
afanar

afanen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van afanar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van afanar