vervoeging van
acoplar

acople

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acoplar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acoplar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acoplar