acollara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acollar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acollar
acollara
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acollarar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acollarar