vervoeging van
acollar

acollara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acollar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acollar
vervoeging van
acollarar

acollara

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acollarar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acollarar