WikiWoordenboek:Bepaald voornaamwoord in het Lets
In de Letse grammatica worden voornaamwoorden als pats 'zelf', abi 'beide', katrs 'ieder' en viss 'alle', gerekend tot de categorie noteiktie vietniekvārdi: 'bepaalde voornaamwoorden'. Zij verwijzen naar de volledigheid van zaken of mensen die bekend zijn.[1] De Nederlandse woorden met dezelfde betekenis worden vaak tot de 'onbepaalde voornaamwoorden' gerekend, omdat het getal (meervoud/enkelvoud) onbepaald is[2]. In het Lets wordt deze laatste aanduiding alleen gebruikt voor woorden die verwijzen naar iets dat of iemand waarmee de spreker niet bekend is. Voornaamwoorden die verwijzen naar volledigheid van wat wel bekend is, of juist naar afwezigheid, worden als afzonderlijke categorieën gezien.
Om in WikiWoordenboek de vergelijkbaarheid van de categorieën tussen talen in stand te houden zijn er binnen de standaardcategorie 'Onbepaald voornaamwoord in het Lets' drie specifieke Letse subcategorieën onderscheiden:
- Onbepaald voornaamwoord (Lets) voor de nenoteiktie vietniekvārdi
- Ontkennend voornaamwoord (Lets) voor de noliegtie vietniekvārdi
- Bepaald voornaamwoord (Lets) voor de noteiktie vietniekvārdi
- ↑ Romane, A.Latviesu valodas rokasgramata. Tabulas un shemas. (2014) Zvaigne ABC, Riga; ISBN 9789984171029; p. 57
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“5.9.2.2 De betekenis en het gebruik in het algemeen” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)