Tsjadiërtje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Tsjadiërtje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Tsja·di·er·tje

Zelfstandig naamwoord

het Tsjadiërtje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Tsjadiër