Versie van 23 sep 2019 17:58 bewerken Marcel coenders (overleg \| bijdragen) Bevestigde gebruikers, moderatoren 441.046 bewerkingen Geen bewerkingssamenvatting ← Oudere bewerking		Versie van 2 nov 2019 09:02 bewerken ongedaan maken Kvdrgeus (overleg \| bijdragen) 454.714 bewerkingen Geen bewerkingssamenvatting Nieuwere bewerking →
Regel 10: {{-verb-\|nld}} '''{{pn}}''': #{{ov\|nld}} meubileren, van toebehoor of uitbreiding voorzien, [[decoreren]], [[versieren]] {{bijv-1\|We kunnen de vergelijking '''{{pn}}''' met een voorbeeld uit de praktijk.}} #{{ov\|nld}} iets of iemand kleren [[aandoen]] {{bijv-1\|In de Amerikaanse stad New Jersey heeft een familie hun zelfgemaakte naakte [[sneeuwvrouw]] moeten '''aankleden''' nadat ze klachten hadden gekregen van de buren.}} #{{refl\|nld}} ''zich ~'': zijn kledij aantrekken {{bijv-1\|Zij was bezig zich '''aan''' te '''kleden'''.}} {{citeer\|boek\|jaar=1973\|auteur=Marijke van Raephorst \|auteurlink=Marijke van Raephorst\|titel=Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten\|isbn=\|pagina=11\|uitgever=Lemniscaat\|taal=nl\|citaat=Sinterklaas stond vlug op, '''kleedde zich aan''' en ging naar de stal.}} {{-drv-}} *[[aankleding]], [[aankleedkussen]], [[aankleedster]] {{-trans-}} {{trans-top\|1. meubileren, van toebehoor of uitbreiding voorzien}}

aankleden: verschil tussen versies