Fis-grotetertstoonschaaltje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Fis-gro·te·terts·toon·schaal·tje

Zelfstandig naamwoord

het Fis-grotetertstoonschaaltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Fis-grotetertstoonschaal