zwemvoet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·voet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwem ww en voet [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemvoet | zwemvoeten |
verkleinwoord | zwemvoetje | zwemvoetjes |
Zelfstandig naamwoord
de zwemvoet m
- (zoötomie) aan zwemmen aangepaste voet van watervogels, kikkers etc.
Gangbaarheid
- Het woord zwemvoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwemvoet" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be