zwangerschapsbegeleiding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwan·ger·schaps·be·ge·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwangerschap zn en begeleiding zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwangerschapsbegeleiding | zwangerschapsbegeleidingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zwangerschapsbegeleiding v
- het een vrouw ondersteunen en begeleiden tijdens de zwangerschap
- ▸ Zorgaccent en Thuiszorg Noord West Twente beginnen 23 november een cursus zwangerschapsbegeleiding vanaf de 24e week tijdens de zwangerschap.[1]
- ▸ In het verpleeghuis waar Carita een baan vond, merkte ze hoe prettig het was om met groepen om te gaan. En tijdens een zwangerschapsbegeleiding stelde ze vast dat vrouwen in verwachting haar inspireerden. Nee, zelf had ze toen nog geen kinderen, 'maar je kunt ook een hernia behandelen zonder er zelf een gehad te hebben'.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zwangerschapsbegeleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Zwangerschapscursus” (29-10-2009), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Carita Salomé: Ik loop mee in een bijzondere periode” (31 december 2010), Het Parool