zwangerschapsband
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwan·ger·schaps·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwangerschap zn en band zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwangerschapsband | zwangerschapsbanden zwangerschapsbands |
verkleinwoord | zwangerschapsbandje | zwangerschapsbandjes |
Zelfstandig naamwoord
de zwangerschapsband m
- (kleding) brede band door hoogzwangere vrouwen om de buik gedragen ter voorkoming van buik- en rugklachten
Gangbaarheid
- Het woord 'zwangerschapsband' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.