Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgkost (zorgkosten) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zorgkostm

  1. uitgaven aan beroepsmatige aandacht voor lichamelijke en geestelijke problemen
    • De Vlaamse overheid heeft zich wel degelijk voorbereid op de stijgende zorgkost voor ouderen in de Vlaamse woonzorgcentra. [1]
Synoniemen
  • zorgkosten (meer gangbare vorm, zeker in Nederland)
Opmerkingen
  • Het meervoud "zorgkosten" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "zorgkost".

Gangbaarheid

Verwijzingen