Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·echt
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zonecht zonechter zonechtst
verbogen zonechte zonechtere zonechtste
partitief zonechts zonechters -

Bijvoeglijk naamwoord

zonecht

  1. bestand tegen de blekende werking van zonlicht
    • Een vlag moet met zonechte kleuren voorzien zijn. 

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be