Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·aan·bie·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomeraanbieding zomeraanbiedingen
verkleinwoord zomeraanbiedinkje zomeraanbiedinkjes

Zelfstandig naamwoord

de zomeraanbiedingv

  1. een door de consument aan te schaffen product met een in de zomer verlaagde prijs
    • Nu een exclusieve zomeraanbieding! Een reis naar Parijs voor honderd euro! 

Gangbaarheid