• (IPA in voorbereiding)
  • zo·de·knik·mos
enkelvoud meervoud
naamwoord zodeknikmos zodeknikmossen
verkleinwoord zodeknikmosje zodeknikmosjes

het zodeknikmoso

  1. (mossen) Bryum caespiticium   een mos uit de familie Bryaceae  . Voor een betrouwbare determinatie van dit zeer variabele mos is microscopische controle vereist. Vormen met smalle bladen en lang uittredende nerf zijn het makkelijkst te herkennen. Te controleren kenmerken zijn de tweehuizigheid (ook in niet-kapselende populaties goed vast te stellen) en liefst ook sporengrootte en de vorm van het endostoom