ziekenhuismakelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·ma·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis zn en makelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuismakelaar | ziekenhuismakelaars ziekenhuismakelaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ziekenhuismakelaar m
- iemand die zorgt dat een patiënt sneller geholpen kan worden in een ziekenhuis
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ziekenhuismakelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.