Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ver·rij·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfverrijking zelfverrijkingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zelfverrijkingv

  1. (economie) (bedrijfskunde) persoonlijke verrijking van m.n. bestuurders door het aan zichzelf verstrekken van hoge salarissen, vergoedingen, bonussen en wat ze verder nog als 'incentives' nodig denken te hebben
    • Het Meldpunt Integriteit Woningcorporaties (MIW) heeft sinds de oprichting in april 2009 25 ernstige klachten over fraude en zelfverrijking gekregen [1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen