zeepaardje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeepaardje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzeparcə / (3 lettergrepen); /ˈzepaːrtʲə/
Woordafbreking
- zee·paard·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee zn en paardje zn , vanwege de kop die lijkt op die van een paard; in de betekenis van ‘beenvis’ aangetroffen vanaf 1562
In de Oud-Griekse mythologie is er ook sprake van een zeepaard, Hippocampus genaamd. [1] [2] [3]
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | zeepaardje | zeepaardjes |
Zelfstandig naamwoord
het zeepaardje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeepaard
- dim. tant. (straalvinnigen) benaming voor zeevisjes waarvan de kop op een paardenkop lijkt en die rechtopstaand zwemmen, uit het geslacht Hippocampus
Vertalingen
2. benaming voor zeevisjes waarvan de kop op een paardenkop lijkt en die rechtopstaand zwemmen, uit het geslacht Hippocampus
Gangbaarheid
- Het woord zeepaardje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeepaardje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ zeepaardje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "zeepaardje" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be