Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ken·brief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakenbrief zakenbrieven
verkleinwoord zakenbriefje zakenbriefjes

Zelfstandig naamwoord

de zakenbriefm

  1. een schriftelijke communicatie met zakelijke inhoud
    • Zij was gewend zakenbrieven te schrijven. 

Gangbaarheid