Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • worm·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen wormvormig wormvormiger wormvormigst
verbogen wormvormige wormvormigere wormvormigste
partitief wormvormigs wormvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

wormvormig

  1. de vorm van een worm hebbend
    • Het wormvormig aanhangsel is een zakvormig uitstulpsel van de dikke darm. 

Gangbaarheid