wisselt om
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wisselt om (hulp, bestand)
- IPA: /ˌʋɪsəɫtˈɔm/
Woordafbreking
- wis·selt om
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omwisselen |
wisselt om
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwisselen
- Jij wisselt om.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwisselen
- Hij wisselt om.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omwisselen
- Wisselt om!
Gangbaarheid
- Het woord wisselt om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.