wezenlijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·zen·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wezenlijk | wezenlijker | wezenlijkst |
verbogen | wezenlijke | wezenlijkere | wezenlijkste |
partitief | wezenlijks | wezenlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wezenlijk [2]
- fundamenteel
- Hier zien we toch wel een wezenlijk verschil.
- echt bestaand
- Het is gebleken dat dat dus wel degelijk een wezenlijk dier is.
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wezenlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wezenlijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ wezenlijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be