wetswinkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wetswinkel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛtswɪŋkəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- wets·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wetswinkel | wetswinkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wetswinkel m
- organisatie waar men gratis of tegen geringe vergoeding rechtshulp kan krijgen, juridisch adviesbureau
- ▸ Hij bereidt een schadeclaim voor. Via internet en een wetswinkel is hij zich aan het informeren over aansprakelijkheid.[2]
- ▸ Wetteksten blinken immers uit in degelijkheid, compleetheid en eenduidigheid. (…) Daardoor begrijpen weinig mensen de wetteksten en moeten zij voor uitleg de hulp van een jurist, een vrijwilliger bij een wetswinkel of een advocaat inroepen.[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wetswinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wetswinkel" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gep Leeflang“Gedupeerden ‘ongelukkenbocht’ willen geld van gemeente Apeldoorn” (7 september 2019) op tubantia.nl
- ↑ Weblink bron Adriaan Hiele“Opdringerige politici” (17 februari 2007) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be