werktuigkundig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·tuig·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van werktuigkunde met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | werktuigkundig | werktuigkundiger | werktuigkundigst |
verbogen | werktuigkundige | werktuigkundigere | werktuigkundigste |
partitief | werktuigkundigs | werktuigkundigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
werktuigkundig [1]
- met betrekking tot de werktuigkunde of werktuigbouwkunde
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord werktuigkundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.