weesmeester
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weesmeester (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wees·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weesmeester | weesmeesters |
verkleinwoord | weesmeestertje | weesmeestertjes |
Zelfstandig naamwoord
de weesmeester m
- de directeur van een weeshuis
- iemand die lid is van de weeskamer en over de wezen voogdij heeft