Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weegt over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overwegen

weegt (…) over

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwegen
    • Jij weegt over. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwegen
    • Hij weegt over. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overwegen
    • Weegt over! 

Gangbaarheid