Nederlands

 
wedstrijdleider
Uitspraak
Woordafbreking
  • wed·strijd·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wedstrijdleider wedstrijdleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wedstrijdleiderm

  1. iemand die toeziet op een ordelijk verloop van een wedstrijd waarbij men zich houdt aan de spelregels
    • Max Verstappen liet zich tijdens de Grand Prix van Italië ontvallen dat de wedstrijdleiding "het racen om zeep helpt". De Nederlander deed de uitspraak nadat hij te horen kreeg dat hij een tijdstraf van vijf seconden kreeg voor de botsing met Valtteri Bottas. Wedstrijdleider Charlie Whiting maakt zich niet al te druk om de uitspraak van Verstappen. [2] 
  2. organisator van een wedstrijd
    • "Terpstra behoort tot de absolute top en is de ideale combinatie van baan- en wegwielrenner. Hij gaat de strijd aan tegen de beste baanrenners van de wereld, doet mee om de prijzen en laat telkens zien daarmee in goede vorm uit de winter te kunnen komen", lichtte wedstrijdleider Michael Zijlaard toe. [3] 
    • Klaverjassen verliest aan populariteit. De jongere generatie laat de 32 kaarten links liggen. De Kaart Bond Nederland (KBN) zag het aantal aanmeldingen voor de Nederlandse Kampioenschappen steeds verder afnemen. Die teloorgang gaat Kokke als voorzitter van KBN en als wedstrijdleider op het NK aan het hart. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen