wasachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- was·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wasachtig | wasachtiger | wasachtigst |
verbogen | wasachtige | wasachtigere | wasachtigste |
partitief | wasachtigs | wasachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wasachtig
- gelijkend op, of eigenschappen hebbend van was, glad en doods als van een wassenbeeld
- Het gave wasachtige gelaat van de filmster was mooi maar doods.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord wasachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wasachtig" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be