vruchteloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vruchteloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vruch·te·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vruchteloos | vruchtelozer | vruchteloost |
verbogen | vruchteloze | vruchtelozere | vruchtelooste |
partitief | vruchteloos | vruchtelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vruchteloos
- zonder vruchten
- Er staan vruchtloze, rood bloeiende paardenkastanjes.
- (figuurlijk) zonder resultaat
- De zoektocht was vruchteloos.
- Na jaren vruchteloos overleg lijkt nu een akkoord mogelijk.
Antoniemen
- [1] vruchtdragend
Gangbaarheid
- Het woord vruchteloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vruchteloos" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be