voorst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voorst
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van voor (bijwoord) met het achtervoegsel -st dat een overtreffende trap aangeeft
stellend | |
---|---|
onverbogen | voorst |
verbogen | voorste |
Bijvoeglijk naamwoord
voorst
- meest vooraan, eerder dan alle andere
- Wij stonden in het voorst gelid
Niet een streed zo als hij.[1]
- Wij stonden in het voorst gelid
- ▸ Dan heeft deze auto ook nog het Style+ pakket (€426) dat bestaat uit chromen sierlijsten, vermoeidheidsherkenning, chromen sierlijsten op de portieren, gekleurde panelen in het dashboard en het dak én de voorste raamstijl en de spiegelkappen in een afwijkende kleur.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorst | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
voorst o
- (verouderd) begin
- «Het voorst van de 16e eeuw.»
- Het begin van de 16e eeuw.
- «Het voorst van de 16e eeuw.»
Gangbaarheid
- Het woord voorst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorst" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Mooi Elsje. De zangeres zonder naam
- ↑ Weblink bron Niek Schenk“Test Volkswagen T-Roc: modepop” (23-06-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be