vogelschedel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vo·gel·sche·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vogelschedel | vogelschedels |
verkleinwoord | vogelschedeltje | vogelschedeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de vogelschedel m
- (biologie) de schedel van een vogel