Nederlands

 
vogelpindakaas
Uitspraak
Woordafbreking
  • vo·gel·pin·da·kaas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelpindakaas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vogelpindakaasm

  1. voedsel voor vogels bestaande uit pindameel en insecten waarmee men vogels, vooral in de winter, kan bijvoederen


Afgeleide begrippen

Gangbaarheid