vogelobservatiehut

Nederlands

 
vogelobservatiehut
Uitspraak
Woordafbreking
  • vo·gel·ob·ser·va·tie·hut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelobservatiehut vogelobservatiehutten
verkleinwoord vogelobservatiehutje vogelobservatiehutjes

Zelfstandig naamwoord

de vogelobservatiehutv / m

  1. (bouwkunde) beschutte plek van waaruit je naar wilde vogels kan kijken zonder dat die jouw aanwezigheid bemerken
     Nu weet een ieder uit eigen ervaring dat het observeren van vogels door groepen mensen die vogels nogal eens kunnen verstoren. Dit bracht mij ertoe in december 1979 de Stichting het Gooisch Natuurreservaat, beheerder van het gebied, het plan voor te leggen binnen het Wasmeer een vogelobservatiehut te bouwen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jelle Harder
    Vogelobservatiehut in het Laarder Wasmeer in: De Korhaan, jrg. 17 nr. 5 (1983), p. 123