Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vler·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vlerkerig vlerkeriger vlerkerigst
verbogen vlerkerige vlerkerigere vlerkerigste
partitief vlerkerigs vlerkerigers -

Bijvoeglijk naamwoord

vlerkerig [1]

  1. lijkend op het gedrag van een kwajongen
     Tot nu toe is de berichtgeving over dit onderwerp summier. Abvakabo/FNV heeft gemeld achter de voorzitter te staan en het niet eens te zijn met de specialisten die zij betichten van vlerkerig gedrag. Dit is, gezien de socialistische wortels van deze vakbond, niet verrassend.[2]
Synoniemen


Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ziekenhuisinrichting” (02-04-2007), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be