violent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·o·lent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heftig’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
- van Middelnederlands violent [2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | violent | violenter | violentst |
verbogen | violente | violentere | violentste |
partitief | violents | violenters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
violent
- met veel kracht
- Ook Nellers stramme rechterhand krijgt aandacht. „Te violent”, vindt Gatti. „Je omarmt iemand ook niet met gestrekte armen. Niet zo klikken met je armen. Dan wordt de respons van het orkest onhelder.” [4]
- met onberaden gedrevenheid
- Dorlas, die zijn stemmingswisselingen wijt aan de slaapziekte apneu waaraan hij lijdt, heeft zich zelden in de hand en wordt geregeld overvallen door de violente interventies van zijn eigen Stem, die hij steeds meer gaat beschouwen als een Fremdkörper. [5]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord violent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "violent" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "violent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ violent op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Spel, M.RCO-chef Gatti geeft live vaderlijke masterclass aan jonge dirigenten (28 juni 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-10-25
- ↑ Heumakers, A.Een dag in het leven van iedere man (10 november 2016) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-10-25
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: violent (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈvaɪ(ə)lənt/
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
violent | more violent | most violent |
Bijvoeglijk naamwoord
violent
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | violent | violente |
vrouwelijk | violents | violentes |
Bijvoeglijk naamwoord
violent
Werkwoord
violent
vervoeging van |
---|
violer |
violent
- derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van violer
- derde persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van violer
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
violent
Overerving en ontlening
Verwijzingen
Oudfrans
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
violent