Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·kan·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Zweedse werkwoord vika met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie 26101
stellend vergrotend overtreffend
vikande
-
-

Bijvoeglijk naamwoord

vikande

  1. kreukend, vouwend
Verbuiging
  • Geen verbuiging

Werkwoord

vikande

  1. onvoltooid deelwoord van vika