Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·per·soons
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen vijfpersoons
verbogen vijfpersoons

Bijvoeglijk naamwoord

vijfpersoons

  1. bedoeld voor vijf personen
    • We zijn op zoek naar een vijfpersoons vakantiewoning. 
  2. bestaande uit vijf personen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid