vijfpersoons
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vijf·per·soons
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vijf en persoon met het achtervoegsel -s
stellend | |
---|---|
onverbogen | vijfpersoons |
verbogen | vijfpersoons |
Bijvoeglijk naamwoord
vijfpersoons
- bedoeld voor vijf personen
- We zijn op zoek naar een vijfpersoons vakantiewoning.
- bestaande uit vijf personen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vijfpersoons' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.