viervlek

Nederlands

mannetje

Uitspraak

• Geluid:  viervlek    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• vier·vlek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vier zn  en  vlek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	viervlek	viervlekken
verkleinwoord	viervlekje	viervlekjes

Zelfstandig naamwoord

de viervlek v / m

1. object met vier vlekken
2. (libellen) Libellula quadrimaculata  een echte libel uit de familie van de korenbouten (Libellulidae). De viervlek is zowel in Nederland als België vrij algemeen. De soort komt in grote delen van Europa voor, behalve in het zuiden van Italië, Griekenland, IJsland en het Noorden van Noorwegen. Daarnaast komt hij ook in Noord-Amerika voor

Hyperoniemen

• korenbouten, echte libellen, libellen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Afgeleide begrippen

• gewone viervlekpriemkever, gladde viervlekpriemkever, grote viervlekschorsloper, kleine viervlekschorsloper, viervlekdwergloper, viervlekdwergmot, viervlekkapoentje, viervlekknotje, viervleklieveheersbeestje, viervlekmier, viervlekmuisspin, viervlekpriemkever, viervlekrietklimmer, viervleksteltmot, viervlekwielwebspin
• viervlekbrandnetel, viervlekschimmelvreter, viervlekschorsloper, viervlekvlinder, viervlekwants

Gangbaarheid

• Het woord 'viervlek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.