vertrouwenswaardig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·trou·wens·waar·dig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van vertrouwen en waard met het achtervoegsel -ig
Bijvoeglijk naamwoord
vertrouwenswaardig
- dat iets of iemand waard is vertrouwd te worden
- De fraudeur had een schijnbaar vetrouwenswaardig CV gemaakt wat van het begin tot het einde geheel verzonnen was.
Gangbaarheid
- Het woord vertrouwenswaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.