vermaledijen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ma·le·dij·en
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vervloeken’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1]
- afgeleid van maledijen (afgeleid van het Latijnse maledīcere ("kwaadspreken")) met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermaledijen |
vermaledijde |
vermaledijd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vermaledijen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. vervloeken
Gangbaarheid
- Het woord vermaledijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.