vermaledijde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ma·le·dij·de
Bijvoeglijk naamwoord
vermaledijde
- verbogen vorm van de stellende trap van vermaledijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vermaledijen |
vermaledijde
- enkelvoud verleden tijd van vermaledijen
- Ik vermaledijde.
- Jij vermaledijde.
- Hij, zij, het vermaledijde.
- Ik vermaledijde.
- verbogen vorm van vermaledijd, voltooid deelwoord van vermaledijen